Het gebied Ginkel wordt al genoemd in 777 als Villa Gengiloe en was in bezit van de Abdij van Fulda. Reeds in de vroege middeleeuwen was Ginkel een eigen gerecht met een gerichtsbank en een gerichtslinde. Van deze linde is niet veel meer over, in 2010 was ie nog een meter of tien hoog, en leek het nog wat, nu staat er nog een zielige stomp van 2,5 meter. In 1634 is het gebied opgesplitst tussen de hoge heerlijkheid Amerongen en de hoge heerlijkheid Zuilesteijn. Zo ontstonden de jurisdicties 'Amerongen, Ginkel en Elst' en 'Zuilesteijn, Leersum en Ginkel'.
Het Amerongse deel betrof het gebied de Ginkelse Veenen. Na afgraving van het (hoog)veen en omvorming tot landbouwgrond, werd dat gebied hernoemd in De Haar. Rond 1873 werd dat samen met de buurtschap Dwarsweg de kern van het huidige dorp Overberg. Het Leersumse deel omvatte en omvat o.a. de Ginkelse Bergen, de Ginkelse Duinen (nu landgoed Ginkelduin) en het Ginkelse Veld (nu Leersumse Veld). De plassen in het Leersumse Veld zijn ontstaan door het uitbaggeren van turf uit het laagveen. Op de landbouwgrond werden aanvankelijk veel schapen gehouden met bijbehorende vele schaapskooien. Daar is er nu nog maar één van over.
Het Leersumse deel van Ginkel is niet zoals bijvoorbeeld bij Darthuizen wel het geval was, begin 19e eeuw eerst nog een gemeente geworden, maar gelijk onderdeel geworden van de gemeente Leersum. Het Ginkelse bebouwingsbeeld is in de loop der eeuwen ongewijzigd gebleven. Het is nog altijd een kleine overwegend agrarische buurtschap, met verspreide bebouwing zonder kern. De buurtschap Ginkel omvat tegenwoordig naar schatting ca. 60 huizen met ca. 150 inwoners.