donderdag 22 juli 2021

vrijdag 16 juli 2021

Lievendaal Amerongen

Het boomblauwtje (Celastrina argiolus) is een vlinder uit de familie Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes.
De snorzweefvlieg (Episyrphus balteatus) is de algemeenste zweefvlieg van Nederland.
De moerasspirea (Filipendula ulmaria) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). Het is een rechtop groeiende, 0,6-2 m hoge plant.
De kleine rode weekschildkever, ook wel soldaatje of rode weekschild (Rhagonycha fulva) is een kever uit de familie van de soldaatjes (Cantharidae). Er zijn verschillende soorten uit het geslacht Rhagonycha die nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn, de kleine rode weekschildkever is een van de meest algemene soorten.
De grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima) is een insect uit de sprinkhanenfamilie sabelsprinkhanen (Tettigoniidae), onderfamilie Tettigoniinae. Deze soort wordt ook wel gewoon als groene sabelsprinkhaan benoemd en abusievelijk wordt de wetenschappelijke naam weleens als Tettigonia viridis geschreven.
Bijvliegen (Eristalis) doen door hun kleuren en beharing aan honingbijen denken. Bijvliegen komen overal in het land voor. Er zijn 14 soorten uit Nederland bekend, waarvan er zeven tot onze algemeenste zweefvliegen behoren.
De snorzweefvlieg (Episyrphus balteatus) is één van de weinige soorten zweefvliegen die als volwassen vliegen de winter doorbrengen.

vrijdag 9 juli 2021

Distelvlinder

De distelvlinder (Vanessa cardui) heeft oranje vleugels met zwarte vlekken, en aan de vleugelpunten van de voorvleugels een zwart gebied met witte vlekken. Aan de onderzijde van de achtervleugels zitten 5 ronde vlekken, die soms een blauw hart hebben en oogvlekken worden. De onderzijde is verder bruin met wit lijntjes in een fijn vakjespatroon. De spanwijdte is 5 tot 6 centimeter. De distelvlinder lijkt door zijn oranje-zwarte tekening enigszins op parelmoervlinders, maar onderscheidt zich makkelijk door de zwart met witte vleugelpunten.
De distelvlinder gebruikt vooral soorten vederdistel (Cirsium) als waardplant, met een voorkeur voor akkerdistel, kale jonker en speerdistel. Maar ook vele andere planten zoals klit (Arctium), alsem (Artemisia), bernagie (Borago officinalis), slangenkruid (Echium vulgare), zonnebloem (Helianthus), en brandnetel (Urtica) worden gebruikt.

Grote Kaardenbol

De grote kaardebol (dipsacus fullonum) is tweejarig en kan 70–250 cm hoog worden. De bladeren zijn twee aan twee tegenoverstaand en de vergrote bladvoet werkt als opvangbakje voor water. De bloei begint vanuit het midden van de bloeiwijze en bloeit tegelijk naar boven en beneden. Hierdoor zijn twee bloeiende ringen te zien. De kaardebol produceert veel nectar en trekt daarom veel insecten zoals solitaire bijen en hommels. De zaden vormen een voedselbron voor zaadetende vogels, zoals putters.